33
Sally had een vrij uur en zat in de groepskamer. Vier jongens hadden banken om een tafel heen gezet en zaten te kaarten. Uit een cd-speler kwam muziek die ze niet herkende. Er was een tijd geweest dat ze dit een vreselijke plek vond. Toen had ze haar vrije tijd altijd in de bibliotheek doorgebracht. Ze kon zich nu moeilijk voorstellen wat het was geweest dat haar in de groepskamer zo had beangstigd en waarom de starende blikken van populaire leerlingen haar zo in paniek hadden gebracht. Ze had ooit geprobeerd het aan Catherine uit te leggen. Ze hebben de pest aan me. ‘Natuurlijk hebben ze niet de pest aan je,’ had Catherine gezegd. ‘Ze hebben je nodig. Zíj kunnen zich niet superieur voelen als ze niemand hebben om te verachten. Het zijn stumpers.’
Catherine had zich van niemand iets aangetrokken. Ze had hun tassen opzijgeschoven, hun favoriete zitplaatsen ingepikt en haar eigen cd’s in de speler gestopt. Ze was recht op hen afgelopen, beschermd door haar camcorder, had die in hun gezicht geduwd, had genoten van hun vijandige blikken en die op film vastgelegd. Vervolgens had ze zich naar Sally omgedraaid en haar aangekeken alsof ze wilde zeggen: zie je nou wel? De wereld is niet vergaan. Wat kunnen ze je doen? En het had geholpen. Na een tijdje had Sally hen ook tegemoet kunnen treden. Maar gemakkelijk was het nooit geweest.
Nu voelde Sally zich bijna thuis in de groepskamer van de zesdejaars. Met een gevoel van medelijden keek ze naar de buitenstaanders die op de gang stonden te dralen en de moed niet konden opbrengen om binnen te komen. Ze maakte er een grapje over tegen Lisa. Als vriendin was Lisa een stuk gemakkelijker dan Catherine was geweest. Lisa zei wat Sally graag wilde horen. Sally had haar zo graag alles over Robert willen vertellen. Ze zaten apart van de anderen in de hoek van de groepskamer, Lisa groot, hartelijk en comfortabel achterovergeleund in de oude fauteuil. Ze was de avond daarvoor uit geweest en klaagde over de kater die ze had. Het lag op het puntje van Sally’s tong. Weet je met wie ík uit ben geweest? Ze wist dat Lisa onder de indruk zou zijn en wilde zo graag haar gezicht zien als ze het hoorde. Maar Lisa mocht dan aardig zijn, discreet was ze zeker niet. Binnen vijf minuten zou de hele school het weten. Dat risico kon Sally niet nemen. Ooit zou ze het aan haar ouders vertellen, maar pas als ze er klaar voor was.
In plaats daarvan rommelde ze in haar tas en zette haar mobiele telefoon aan. Ze had een sms’je. Robert was terug van zijn vistocht en wilde haar graag zien. Ze draaide zich weg van Lisa en toetste een antwoord in. pas vanavond op bij fran hunter. zie je daar? Ze begon onmiddellijk opgewonden te raken. Dit maakte het nog veel spannender, als ze Robert naar Frans huis liet komen.
‘Iets interessants?’ vroeg Lisa. Ze had haar ogen dicht om te benadrukken hoe moeilijk ze het had.
‘Nee, ik ga vanavond babysitten. Daar gaat het over.’
Sally bedacht dat ze zich schuldig zou moeten voelen over wat ze die avond met Robert van plan was. Haar moeder zou in alle staten zijn. Ze geloofde niet dat Fran het zo erg zou vinden. Of haar vader. Ineens kwam het in haar op dat hij misschien wel een geheime minnares had, dat hij daarom zo vaak weg was. Maar ze glimlachte in zichzelf, want dat was natuurlijk een belachelijk idee. Zelfs als hij het lef zou hebben om een verhouding te beginnen, zou iemand op Shetland ervan weten. Er zou over worden gepraat. Net zoals er binnenkort over haar en Robert zou worden gepraat.
Toen het lunchpauze was leek het weer iets opgeklaard en ging ze naar buiten om ergens iets te eten te halen. Voor de hoofdingang, bij de receptie, stond Perez. Toen hij haar de gang in zag komen, zwaaide hij naar haar.
‘Ze hebben net iemand op pad gestuurd om je te zoeken,’ zei hij. ‘Ik had gehoopt dat we nog even konden praten.’
‘Waarom? Ik dacht dat het allemaal voorbij was.’
‘Ik heb nog een paar vragen.’
‘Ik wilde net iets gaan eten.’
‘Ik ook,’ zei hij. ‘Kom, we gaan naar de haven. Ik trakteer.’
Perez kocht twee porties fish-and-chips en ze gingen op een bankje met uitzicht op zee zitten eten. Toen hij het voorstelde, vond ze het als traktatie wat tegenvallen, maar de vis smaakte goed en ze vond het niet erg om samen met hem daar te zitten en een beetje te praten. Het was in elk geval beter dan in de groepskamer op school. De nieuwe Sally was niet meer verlegen in het gezelschap van onbekenden. Ze had een verandering doorgemaakt, dacht ze, zoals de kikker die in dat sprookje door een prinses was gekust. Hoewel Robert een wat vreemde prinses was geweest.
‘Je zult haar wel missen,’ zei Perez. ‘Catherine, bedoel ik.’
Dat had haar vader ook gezegd. Ze vond het geen prettig idee dat iedereen dacht dat ze van Catherine afhankelijk was geweest. Ze koos haar woorden zorgvuldig en probeerde zo eerlijk mogelijk te zijn. ‘Ik weet niet zeker of we nog heel lang goede vriendinnen geweest zouden zijn. Ik voelde me een beetje overschaduwd door haar. Ze was me te intens.’
‘Op welke manier intens?’
‘Ze zette vraagtekens bij alles wat mensen zeiden en deden, was altijd aan het graven naar het hoe en waarom.’ Ze haalde haar schouders op. ‘In het begin maakte dat indruk op me. Maar na een tijdje begon het irritant te worden. Je wilt ook een beetje gewoon kunnen leven, nietwaar?’
‘Was dat waar haar film over ging? Graven naar het hoe en waarom?’
‘Ja, dat denk ik wel.’
‘Waarom heb je niet gezegd dat ze een film aan het maken was?’
‘Het was maar een schoolproject. Het stelde niet zoveel voor.’
‘Maar voor haar was het wel belangrijk?’
‘Dat kun je wel zeggen. Voor haar was het belangrijker dan wat ook.’
‘Vertel me eens iets over die film.’
‘Waarom? Ik dacht dat jullie Magnus Tait hadden gearresteerd.’
‘Ja, dat klopt.’
Ze wachtte totdat hij er meer over zou zeggen, maar dat gebeurde niet. Hij maakte een prop van het papier waarin de fish-and-chips hadden gezeten en gooide die in de vuilnisbak.
‘Die film was min of meer haar commentaar op ons. Op Shetland.’
‘Een documentaire? Geen speelfilm dus, maar feitelijk materiaal?’
‘Haar visie op de feiten.’ Sally wist dat ze niet zo kritisch moest praten over haar overleden vriendin, maar ze kon er niets aan doen. ‘En die was niet bepaald objectief.’
‘Wat was erin te zien? Heeft ze je de film laten zien?’
‘Stukken ervan.’
‘Dus hij was nog niet klaar?’
‘Bijna.’
‘Maar je hebt niet de hele film gezien?’
‘Nee. Alleen een paar stukken toen ze hem aan het maken was. Bepaalde shots waar ze trots op was.’
‘Zoals?’
‘Bijvoorbeeld een scène die ze in de groepskamer had gefilmd... dat is de gemeenschappelijke ruimte op school.’
‘Dat weet ik,’ zei Perez. ‘Ik heb daar ook op school gezeten.’
‘Twee jongens waren met elkaar aan het praten. Ze hadden niet door dat Catherine aan het filmen was. Iedereen was eraan gewend dat ze met die camera rondliep. Soms stond die aan, maar vaak ook niet. Na een tijdje lette niemand er nog op. Die twee jongens hadden het over buitenlanders. U weet dat er hier ’s zomers toeristen komen... geen blanke toeristen...’ Sally wist dat ze bloosde en voelde zich net zo opgelaten als toen Catherine haar het fragment had laten zien. ‘En ze hadden het erover dat ze de pest aan buitenlanders hadden en dat die op Shetland niks te zoeken hadden, en wat ze graag met die mensen zouden doen. Het was niet zozeer wát ze zeiden, maar hoe ze door Catherine in de film waren afgebeeld. Wat ik bedoel is dat ze er echt agressief en kwaadaardig uitzagen.’ Ze wachtte even. ‘Catherine zei zoiets als: “Ik moet dit zeker aan Duncan Hunter laten zien, vind je ook niet? Dan kan hij het verwerken in zijn nieuwe toeristencampagne. Kan hij de mensen laten zien wat een hartelijk volk jullie Shetlanders zijn.” Zij dacht dat we allemaal zo waren. Achterlijk, bevooroordeeld en dom. Dat zou van de film zijn overgekomen.’
‘Heb je nog meer gezien?’
‘Volgens mij was er ook een scène waar meneer Scott in voorkwam. Ik denk dat ze die in het geniep heeft gefilmd. Ze heeft me verteld hoe ze dat van plan was. Met de camera in een tas die een opening aan de voorkant had. Daarna zei ze wat een giller het zou zijn als ze de scène in de klas zou afspelen. Ik weet niet of ze dat ook echt zou hebben gedaan. Dat wist je nooit met Catherine. Soms zei ze dingen die echt wreed klonken, maar die ze niet meende. Ze had gewoon een bizar soort humor. Ik geloof niet dat ze eropuit was om mensen te kwetsen.’ Sally gooide de overgebleven frites op de grond en even werden ze belaagd door meeuwen.
‘Heeft ze je verteld waar die scène met meneer Ross over ging?’
‘Nee. Ze zei dat ze de verrassing niet wilde bederven.’
Perez stond op om aan te geven dat hun gesprek bijna ten einde was. Sally vroeg zich af waar het eigenlijk over was gegaan. Bij de auto bleef Perez staan. ‘We kunnen haar camcorder en de cd nergens vinden. Heb jij enig idee waar die zouden kunnen zijn?’
Sally dacht aan de laatste keer dat ze in het grote huis in Ravenswick was geweest. ‘Ze bewaarde de cd altijd in een blikken potlodendoosje in haar slaapkamer. Ze zei dat als er brand in het huis zou zijn, er een kans was dat de cd het zou overleven. Als hij daar niet ligt, zou ik niet weten wat ze ermee heeft gedaan.’
Toen Sally die avond uit de bus stapte, was haar moeder nog steeds in de school bezig. Ze zag Sally op het tuinpad lopen en gebaarde haar binnen te komen. In de school hingen de vertrouwde geuren van boenwas, boetseerklei en plakkaatverf.
Sally had het niet leuk gevonden toen ze op de basisschool zat. Van meet af aan was ze gepest door een paar oudere jongens. Ze pestten haar totdat ze ging huilen en als ze dan naar haar moeder ging, zei die dat ze zich niet moest aanstellen, maar ze kafferde de jongens ook uit. Vanaf dat moment was het elke keer dat haar moeder in de klas een onprettige beslissing nam, op de een of andere manier háár schuld geweest. ‘Sally de Klikspaan’ werd ze genoemd. Haar schoolwerk werd met inkt overgoten als ze niet keek en op de speelplaats lieten ze haar struikelen. Ze was in die tijd een klein dikkerdje geweest en dat had zeker niet geholpen. Nu was het zelfs op Anderson High wel uit te houden. Ze had alles beter in de hand dan ooit tevoren, vond ze.
De kinderen waren bezig geweest met een opdracht die met Up Helly Aa te maken had. Op een paar tegen elkaar schoven tafeltjes lag een groot vel papier waarop een vikingschip was geschilderd. Ze deden dat elk jaar; Sally herinnerde het zich van toen zij hier nog op school zat. Margaret Henry had niet veel fantasie als het om kunst ging.
‘Ik moet deze aan de muur ophangen. Zou je me even kunnen helpen?’
‘Je moet zeggen dat ze er vlammen bij maken. Collages van alles wat rood, oranje en geel is en wat ze uit tijdschriften kunnen knippen. Iets om het vuur te imiteren. Cellofaanpapier, of aluminiumfolie.’
‘Ja, dat zou ik kunnen doen.’ Margaret deed een stap achteruit om te zien of het schip recht hing. Sally wist nu al dat ze de kinderen niets anders zou laten doen.
‘Is papa vanavond op tijd thuis?’
‘Nee, hij heeft een vergadering in Scalloway.’
‘Ik ga babysitten bij mevrouw Hunter.’
‘Dat was ik niet vergeten.’ Margaret veegde haar handen af aan een stuk keukenpapier. ‘Laten we hopen dat het kind het je niet al te lastig maakt. Het is me er een, die Cassie Hunter. Zo vol van zichzelf.’ Haar aandacht was nog steeds op het schip gericht en het leek alsof ze in zichzelf praatte. ‘Ze doet me aan Catriona Bruce denken.’
Met een tas met haar make-up en een paar schoolboeken kwam Sally aan bij Frans huis. Deze keer had ze wat meer haar best gedaan voor Robert. Cassie was al naar bed.
‘Ze was afgemat,’ zei Fran. ‘Soms wordt ze ’s nachts wat onrustig, maar dat is meestal al laat. Je zult weinig last van haar hebben.’
Hoewel Fran een spijkerbroek aanhad, kon je zien dat ze haar best had gedaan voor haar uitje. Ze had lipstick op en Sally rook een vleugje parfum. Ze had een strak en diep uitgesneden zijden truitje aan. Sally zou zoiets nooit kunnen dragen, met die buik van haar.
‘Aardig van je dat je bent gekomen,’ zei Fran. ‘Nu ze iemand gearresteerd hebben, durfde ik het wel te vragen. Maar misschien moet je hierdoor wel aan Catherine denken.’
‘Ik heb de hele dag aan Catherine gedacht. Die inspecteur was op school en tijdens de lunch hebben we over haar gepraat.’
‘O, ja?’ Fran stond haar haar te borstelen bij de spiegel boven de schoorsteen, maar ze hield op en de hand met de borstel bleef stil naast haar hoofd hangen. Sally wist dat ze dolgraag had willen vragen wat hij van haar wilde, maar dat ze niet als te nieuwsgierig wilde overkomen.
‘Iets over de film die Catherine aan het maken was,’ zei Sally. ‘Die schijnt verdwenen te zijn.’
Fran legde de borstel in de la en trok de kraag van haar truitje recht. ‘Ze heeft het wel eens over een film gehad. Een schoolproject, toch? Jammer dat die weg is; het zou een mooie herinnering aan haar zijn.’
‘Ja.’
‘Er staat een open fles wijn in de koelkast,’ zei Fran toen ze bij de voordeur stond. Ze wekte opeens de indruk dat ze niet weg wilde gaan. ‘Neem maar een glas, als je wilt. En pak iets te eten.’ Ten slotte scheen ze zichzelf ervan overtuigd te hebben dat het veilig was om haar kind bij Sally achter te laten, ze pakte haar tas en liep de deur uit. Opeens was het stil in huis.
Sally was ’s avonds zelden alleen thuis. Margaret had geen echt sociaal leven en áls ze een avond weg was, was dat voor een ouderavond of evenement in de school, zo dichtbij dat Sally de verheven stemmen of het beleefde applaus door de muur heen kon horen. De school leek zijn stempel te drukken op alles wat ze deden. Sally was regelmatig bij Catherine thuis geweest, maar ze had zich nooit voorgesteld dat ze daar zou wonen. Het was veel te groot en te modern. Dit huis was anders. Ze slenterde door de kamer, keek naar de foto’s en prenten aan de muren, keek welke cd’s er lagen en probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn om hier te wonen. Om hier samen met Robert te wonen.
In de koelkast vond ze een stukje chique Franse kaas, een plastic bakje met zwarte olijven en een zak sla. Uit de fles in de koelkastdeur schonk ze zich een glas witte wijn in. Als haar moeder rook dat ze gedronken had, kon ze zeggen dat Fran erop had gestaan dat ze een glaasje meedronk.
Ze dronk snel en haar glas was bijna leeg toen er zacht op het raam werd getikt. Ze draaide zich om in haar stoel en zag Robert, die zijn neus tegen de ruit drukte en een gek gezicht trok alsof hij een of ander monster uit een stripverhaal was. Sally deed open en daar stond hij, de hele deuropening vullend, met vier in plasticfolie verpakte blikjes bier in zijn hand.
‘Waar staat je busje?’
‘Maak je geen zorgen. Achter. Er is een laantje tussen de heuvel en het huis. Niemand kan het zien.’
Ze was blij dat hij haar behoefte aan geheimhouding begreep en dat hij haar er niet mee plaagde. ‘Kom binnen, kom binnen,’ zei ze, vrijwel op dezelfde manier waarop de oude man op nieuwjaarsmorgen haar en Catherine op Hillhead binnen had gevraagd.